zaterdag 27 maart 2010

Delft vernieuwt, nieuwe kansen voor iedereen!

Het nieuwe college en de portefeuilleverdeling zijn bekend, de inhoud van het programma nog niet. Wat zou het motto zijn van dit college? Ik heb vast een poging gedaan met de titel van dit stukje. Delft gaat de komende jaren op tal van plaatsen op de schop, er moet zwaar bezuinigd worden, er zijn oude en nieuwe politieke ambities en zodoende veel kansen voor vernieuwing. Hoewel het programma er dus nog niet is, valt uit de verdeling en naamgeving van de portefeuilles al iets op. We krijgen een wethouder voor participatie en duurzaamheid van een partij die de afgelopen jaren stevig aangedrongen heeft op meer participatie. Participatie betekent niet dat iedereen meepraat en zoveel mogelijk zijn zin krijgt. Het betekent wel een evenwichtige inbreng van alle belangen in het planproces. In de politiek ‘oude stijl’ zorgen de ‘sociale regenten’ voor het vertalen van de wensen van onmondige burgers. In de praktijk hebben sterke partijen als bijvoorbeeld projectontwikkelaars en woningbouwcorporaties (die overigens steeds meer overeenkomst vertonen) het voor het zeggen bij woningbouwplannen. In deze tijd weten we wel dat dat eigenlijk niet meer kan, maar oude gewoontes zijn hardnekkig. We zien nog bijna nergens op een bouwbord de toevoeging “ontwikkeld samen met de bewonersorganisatie ...”, ondanks mooie voornemens om te groeien van inspraak naar “meespraak”.
“De kiezer heeft gesproken” is het cliché na elke politieke aardverschuiving. “Maar wat hij zei was niet erg duidelijk en daarom vullen wij het in” lijkt vaak de reactie bij een nieuw bestuur. Zo veel is dit keer duidelijk dat zowel D66 als Groenlinks veel belang hechten aan meer echte invloed van de burger. Denk aan de discussies over het referendum en de participatieverordening afgelopen jaren in Delft. Deze partijen hebben fors gewonnen terwijl de partijen die weinig op hebben met meer invloed voor de burger fors verloren hebben. De kiezer heeft dus op dat punt duidelijk gesproken.
De koppeling tussen participatie en duurzaamheid ligt daarbij voor de hand: milieu, sociale én economische aspecten bepalen het begrip duurzaamheid. Kortom, een portefeuille die op het lijf geschreven lijkt van Saskia Bolten. De portefeuilleverdeling maakt ook duidelijk dat ruimtelijke ordening meer is dan bouwplannen: het begint met draagvlak creëren in de samenleving – een taak waar het hele college verantwoordelijk voor is. Dat een jong talent als Pieter Guldemond de portefeuille ruimtelijke ordening heeft, zonder Spoorzone, zonder verkeer en zonder participatie, biedt daarom kansen voor een nieuwe formule. B&W moet daarbij niet alleen beoordeeld worden op de mooie ambities in het nieuwe collegeprogramma, maar vooral op de daden. Daden waarin ook bewoners meer verantwoordelijkheid krijgen én nemen.
HdV

Geen opmerkingen: